dagboek

Vlagzeilen V

dscf0005.jpg
Proefopstelling bij Schreur. Bovenkant wordt nog bijgesneden. 

Beneden liggen nu vier vlagzeilen die werkelijk helemaal af zijn. Er zijn er nog twee te gaan. In feite is het niet de tijd die het kost om ze te maken: het is de luchtvochtigheid die tegen zit.

De stof wordt steeds weer gedrenkt in acryl. Maar om een nieuwe laag aan te brengen moet de onderlaag helemaal ingedroogd zijn. Hoe transparant de doeken ook zijn: Ieder doek heeft minstens 6 lagen verf opgebracht gekregen.

Met wat schoonheidsfoutjes is de eerste vlag dan gehesen en als je er voor staat, het licht valt op de voorstelling, dan werkt het zoals gehoopt. Nog een week te gaan.

vlagzeilen IV

banier-cobi.jpg
De punt van Cobi’s banier

DIT was de week van de naaimachine. Hoeken bijstellen, banden weghalen met een tornmesje,5 keer 4 meter dus- op en neer naar Giethoorn tussen de buien door om te kijken of ’t ken. Jan Schreur en zijn vader, die met veel humor en kennis ons bijstaan in het bedenken van oplossingen -ja de werf heet Schreur- slepen dan een mast van zolder en het is een euforisch moment: als het systeem van roteren werkelijk goed werkt en de giek niet rondtolt als een dolleman zodat je het gevaar loopt door een kunstwerk vermoord te worden.
Van dichtbij: erg groot. In het open landschap zullen de zeilen ongetwijfeld klein , heel klein worden.

Als in Repelsteeltje zat ik aan die enorme lappen te naaien, me te verbijten om eindelijk te kunnen gaan verven. Het moment om me af te vragen waar ik in godsnaam aan begonnen ben was daar. Vannacht droomde ik mezelf in een spontaan zelfgefabriceerde documentaire van korte filmpjes waarin ik van alles aan het bouwen was: lemen hutten, boten, roodstenen torens, iets met bomen. Kortom een mooie verbeelding van het beleven van dit project.
Gelukkig kwamen er mailtjes van Cobi die zich een ongeluk zigzagde op háár naaimachine. En toen ik dinsdagmiddag de banieren zag, bij haar in haar witte woon-werkomgeving werd ik er echt stil van. Er is de vraag of onze verschillende beeld-talen bij elkaar kunnen/moeten komen. Cobi’s banieren zijn zo buiten mijn beeldtaal en onverwacht sensibel en kunstzinnig geworden dat we voor het eerst dapper durfden te grappen dat we een volkomen andere richting opgaan: textielkunstenaressen. Helemaal geïnspireerd ben ik thuis gekomen en ben eindelijk, gaan verven. Toch maar geen textielbranche.
Met de laatste cd van de Budha Bar aan het werk. Eindelijk. Heerlijk.
Dus nu heb ik de kwast gebruikt en de eerste vlagzeil is, nog zonder tekst, af. De foto van het werk op de vloer geeft een vertekend beeld: de doeken hebben een heel open weefsel, dus de transparantie kan je niet zien. Ik heb mijn schoenen meegenomen op de foto, zodat het formaat duidelijk wordt..
ik-ben-ook-boom.jpg

Ik ben boom – in vertekend perspectief

Vlagzeilen III

kleine-vlagzeilen.jpg

klein-grondwerk.jpg

En zo stonden wij de eerste week van mei in de zon in het weiland achter Cobi’s huis.
Innig geluk dat het weer goed bleef tot zaterdag en wij alle lappen in de eerste kleuren konden zetten. We bleven niet zonder vlekken, hoewel Cobi schoner werkt dan ik. Ik geloof dat ik nu nog, een week later, verfresten op mijn been vind, en bij mijn nagels, die er op deze foto nog christelijk uitzien.

Toch zijn we bezorgd over de grootte van de uiteindelijke vlagzeilen. Buiten vallen alle formaten heel snel weg. En de transparantie van de zeilen die min of meer op gaan in het landschap is heel kwetsbaar en meteen een enorme uitdaging. Alsof je kant ophangt in het landschap. Ik heb inmiddels gehoord dat de plek waar de vlagzeilen komen te staan wel zo is dat men er op korte afstand naartoe kan komen -en dus de tekstfragmenten kan lezen die op de gekleurde vlakken komen te staan-. De mast en giek zijn al klaar en voor de formaten en de snijlijn zouden we vandaag de vlaggen hijsen en kijken hoe het geheel eruit komt te zien, ware het niet dat het vandaag stortregent.

Ik houd me dus deze dagen bezig met het naaien van de banden op de zeilen voor versteviging en Cobi is begonnen met het naaien van de banieren die breed uit kunnen waaien. Op de Albert Cuyp heb ik goede ouderwetse verstevigingsbanden gevonden en mijn arme machine kraakt en zwoegt kuchend en puffend zich een weg door de al geplastificeerde lagen stof.
Té dichtbij mogen toeschouwers nu ook weer niet komen..

Vlagzeilen II

dagboekje.jpg

Het is de eerste mei. Alle voorbereidingen voor de vlagzeilen zijn getroffen. Ik HEB me voorgenomen eens in de 2 weken op dit weblog te schrijven maar de planning is wat lastig. Voorbereidingen zijn geen nieuws. Het is nadenken en opbellen en uitproberen en langsrijden en ongerust zijn. Maar we hebben een prachtig gedicht als aanleiding voor ons project. De laatste strofe is de kern van het project en waar we de komende weken mee gaan werken. We staan echt in de startblokken. Cobi knipt de stof nu en ik ga vandaag verf inslaan.
Hierboven heb ik wat vingeroefeningen van de laatste 2 weken geplaatst. Alle werkdagen begin ik de resten verf zonder inhoud en idee te ‘beverven’, om het zo maar te zeggen. Het blijken dagboekfragmentjes te worden die onverwachte beelden laten zien als samenraapsel uit mijn geheugenarchief. :
Het paard blijkt een draaimolenpaard dat met voeten gebonden nederig staat te wezen -een directe link naar de hartoperatie van mijn moeder vorige week. Zij heeft vier weken in het ziekenhuis doorgebracht wachtend op deze ingreep.- De machteloosheid van de situatie en het ziekenhuis dat in haar eigen organisatie omkomt is wel zorgelijk te noemen. Het maakt mensen zo afhankelijk in hun zwakste positie.

giethoorn.jpg
Het werkje hierboven is een impressie van Giethoorn zoals Cobi en ik Scheepswerf Schreur bezochten die voor ons de masten van de vlagzeilen aan het maken is. Een hele oude werf aan zo’n typisch Giethoorns kanaal dat gespecialiseerd is in het maken van de eikenhouten punters. Ik heb niet veel met zeilen zelf maar deze boten vind ik helemaal geweldig. En terwijl ik verf aan het uitsmeren ben en mijn gedachten langzaam vormeloos worden blijkt het ingekraste tafereel een beeld te zijn dat helemaal klopt met de sfeer die we aantroffen.
Het is erg leuk om deze vingeroefeningen te doen. Er is een onbekommerdheid die me ook meteen het ‘echte werk’ in zuigt: verfijningen bij mijn dames en de juiste uitdrukkingen steeds weer toetsen. -Er staan er nu drie op stapel-. Tegelijkertijd heb ik de kinderstempels geprobeerd die ik de afgelopen maand met de groep 3 en 4 van wel 8 basisscholen in Steenwijk heb gebruikt. Een programma dat door Scala hier in Meppel ontwikkeld is. Ik heb grote en kleine scholen gezien en allerlei leerkrachten en heel veel heel erg leuke kinderen. Allemaal stempelen en sjabloneren met rode wangen van ijver. Meisjes altijd geconcentreerd -of onzeker- en de jongetjes heel blij als ze met gereedschap -verfrollertjes- aan de slag mogen. En snel klaar!
Het mooiste moment?

Toen ik een klas vroeg of ze wisten wat vormen zijn, en of ze dan een paar vormen konden noemen.
Een jongetje antwoordde met ernst en enthousiasme:
‘Alles is vorm! De tafel is een vorm. U bent een vorm. Wij zijn vormen!’

En hij spreidde zijn handen op bijna evangelische wijze uit.

Aan de Overkant

Het land aan de overkant

Andere oever:

Haar land blinkt in de zon
onbereikbaar ver
maar ze fluistert
duister en dwingend
en ze danst op haar strand

met mijn handen tegen mijn oren
en de deur op slot
drijft ze haar dwarse rozengeur
zachtjes door muren naar binnen.

“Aan de Overkant”Lees verder

Met vlag en wimpel

pannerdensch-kanaal.JPG

De winter was eigenlijk best rustig. Denk ik nu. Want nu het voorjaar is losgebarsten is het ineens erg hectisch geworden. Het lijkt alsof iedereen in een hogere versnelling opereert en ook ietwat gehaast voor het komende jaar plannen door wil voeren. Ik teer op de rust van de winter en ben ook erg blij met de activiteit nu.
9 Juni wordt in Doornenburg bij Arnhem gevierd dat 300 jar geleden het Pannerdensch Kanaal werd gegraven. Vier maanden geleden werd ik uitgenodigd een voorstel te doen voor een installatie. Langs het Pannerdensch Kanaal bouwen 10 kunstenaars installaties waar een fietsroute langs komt die tot in augustus te fietsen zal zijn. Rijkswaterstaat viert feest.

Mijn voorstel gaat over zes vlagzeilen die in het landschap geplaatst gaan worden. Marije Verbeeck schrijft een gedicht over driehonderd jaar gescheiden zijn. De voorstellingen en kleuren onderschrijven de scheiding van land door 300 jaar, vertaald in man-dynamiek aan de ene kant en de vrouwelijke dynamiek aan de andere. Drie vlagzeilen aan de ene en drie vlagzeilen aan de andere.

Als het allemaal gaat werken dan kan de fietser in een blik het hele gedicht lezen en de voorstelling begrijpen.Het belangrijkste element van het project is de stof waarop geschilderd gaat worden. Hi-tan -gobelintule- is een product dat in theaters gebruikt wordt om belichtingseffecten te creëren: schijnt het licht er op dan krijg je de hele voorstelling haarscherp. komt het licht van achteren dan zie je alleen kleurwazen. Door deze stof zal de voorstelling niet als een vlag krijsen maar op gaan in het landschap.

4 Bij 6 meter gaan de zes doeken worden. Cobi Mooiweer wil graag meewerken en 1 mei gaan we aan de slag met de doeken. Maar eerst en in deze tijd gaan mijn gedachten vooral uit naar de constructie en de windrichtingen langs het Pannerdensch kanaal. Verankering en schoren. Giekvormen en roterende assen. Niet mijn specialiteit en de vragen brengen me langs mastenbouwers en botenkenners. Maar ook een jubelend contact terug in de tijd met Gunnar Fretheim die in mijn tijd Theaterschilder was in het Trondheims Theater en nu de dagelijkse leiding doet van de Kunstskolen paa Rotvoll.

-wordt vervolgd-

Fragile

naamloos-1.jpg
We waren waarschijnlijk de enige nederlanders ‘at the BAM’ in Brooklyn bij het concert van Antony Hegarthy en the New York Philharmonic, vrijdagavond 9 maart. Bij het binnengaan in de zaal klonk uit de speekers een toespraak van Martin Luther King.

Geen reden tot zwijgen voor het publiek. En hoe te beschrijven? Dit publiek. Ik ben nooit zo van de concerten geweest dus het hele fenomeen was gloednieuw voor me. : Allemaal mensen die om precies de zelfde reden als ik hier in deze zaal waren beland: omdat zij ook tijdens het auto rijden of op droeve en diepe dagen de meeste teksten als inprint en bij herhaling toegediend krijgen ergens van binnen. Iets dat zo intiem is lijkt niet gedeeld te kunnen worden. Maar ja, als je daar met een paar honderd man op diezelfde plek geraakt wordt dan werkt er wel iets. Er werd geschreven dat hij de zaal hypnotizeerde. Dat is denk ik te zacht uitgedrukt. Wat hij op riep bij mij komt terug in een woord dat nu na een week de lading dekt: Fragile.
En als toevoeging: handle with care

“Fragile”Lees verder

Het regent

Morgen vertrekken we naar New York. De lijstjes met What to See en What to Buy worden langer en langer. We zijn er niet goed in, Mark en ik, om ons voor te bereiden. Tenminste: ECHT voor te bereiden. Ik ga altijd liever ergens heen en volg mijn neus een beetje. Maar, ouder en wijzer geworden weet ik dat je bij stedentripjes toch maar beter wel in je hoofd kan hebben wat je wil gaan zien.

Ik ben altijd gelukkiger als ik een werk in opzet heb staan. Ook nu laat ik een dame in het rood achter. Het ging gewoon niet anders. Ik zou aan iets ‘echts’ beginnen maar toch trok dit doek me zo dat ik er mee aan de slag moest. En ja daar was ze weer. Tegen cursisten zeg ik vaak dat je iets net zolang kan schilderen tot het op is. Want ben je leeg geschilderd dan ontstaat er vanzelf iets nieuws. De rode jurken staan in mijn hoofd geprint. En laten een kant van me zien waar ik me ook zo voor geneer: dat oer vermengd met Oilily – achtige truttigheid.

Ik gun mezelf een periode van werken waarin ik zoek naar een uitspraak die raakt aan het archetypische.

Niet het kleffe ik-zou -zo -graag-willen-dat- de-wereld-mooi-was maar het vrouw zijn van 45 jaar. Niet ongeschonden en niet verpletterd. Vruchten plukkend en tranen gedroogd. Littekens blootgelegd.
Over de rode dames kan ik eerlijkheidshalve zeggen dat ik vooral geniet van het schilderen zelf. Net zoals vroeger achterin de auto, tussen mijn zussen geperst, op weg naar Frankrijk met een blocnote van de HEMA op schoot, onmogelijk formaat, eindeloze herhalingen van meisjes. Eindeloze kleine variaties op een thema. Er was alleen zo’n blocnote en een balpen voor nodig om uren en uren in een wereld te zijn die maakbaar was.

dscf0001.JPG

Het hart

Gisterenavond heb ik me tijdens een lange avondrit in de auto laten begeleiden door Antony. Én de Johnsons, dat moet gezegd worden. Zijn muziek doemt overal op, in de film “I am your man’, ter ere van Leonard Cohen waar hij het nummer ‘If it be your will’ zingt, in de aflevering ‘freakfolk’- het Uur van de Wolf-, documentaire over een jonge generatie muzikanten in New York. Een groep die sterk autobiografische teksten bij muziek maakt, die heel eigenzinnig zoeken naar een eigen uiting, naar authenticiteit.

“Het hart”Lees verder

Scroll to top