Art Amsterdam

stephane couturier

Van Galerie Hein Elferink kreeg ik kaartjes voor Art Amsterdam. Handig, ook met heel voordelige treinkaartjes , dus hoewel druk , ik ging. Leuke ontmoetingen heb je altijd op de Art Amsterdam. Met echte mensen dan. En ontmoetingen met werk. Twee uur heb ik gelopen en gedwaald en gezocht en bekeken. Mijn neus achterna. Steeds weer viel mijn oog op iets maar wilde niet rustig worden. Tot ik bij Galerie Kranendonck voor de foto’s stond van Stephane Couturier.

Het zijn natuurlijk schilderijen, maar dan gefotografeerd. Het gaat over verval, verleden, doorkijken en ritme, kleurencombinaties. Ben een aantal keer teruggeweest, en heb mijn geld nog staan tellen. Want hoewel ik kan formuleren waar het over gaat, ik kan het niet bevatten, het werk is sterker dan de elementen waaruit het opgebouwd is. Het vraagt een rustig bankje om op te zitten niksen en dan te kijken, het werk, al haar werk biedt een enorm kijkplezier.

En dat viel me op: er waren weer modes te ontdekken -lekkere dikke olieverflagen als composities- er was veel heel veel figuratie maar her en der doken weer meer formele werken op. Er waren moedige stands en er was geslijm, geschmier, herhaling…maar waar heb je dat niet?

INSEL HOMBROICH

insel-hombroich1

insel-hombroich-3

insel-hombroich-2

Een vrijdag zou goed uitkomen. In het kader van onze jaarlijkse excursie ‘avec plaisir’ (dit jaar zaterdag 6 februari) waren we in november al bij elkaar gekomen: Waar zou JIJ nou echt heen willen?

Ik wist het wel. Als er één museum is waar ik graag heen ga, weer of geen weer, ieder jaargetijde, is het wel Insel Hombroich. Dus reden Nirdosh -van Heesbeen- en ik gisteren door een wit landschap om aan te komen in een ‘bezoekersvrij’ parkmuseum. (Er liepen, ergens, nog twee mensen, wij kwamen ze slechts een keer tegen.)  Het park, de gebouwen, de ruimte en het waanzinnige genieten in het kijken…alsof we door een schaal van tijd en schoonheid liepen.
Insel Hombroich is zo ingericht dat al je zintuigen tot leven komen. Je ogen, het luisteren, de samenhangen tussen alle werken die te zien zijn, of het nu Khmerbeelden zijn, ijzersterk werk van Yves Kleijn, of Indiaanse veren-wandtapijten. Alles houdt verband met elkaar.
En ja, het cafépaviljoen bood linzensoep en warme dranken.

Wat waren wij gelukkig.

van een ongekende schoonheid

Met de koorts nog in mijn benen toch afgezakt naar de Pont in Tilburg. Bill Viola’s installaties gepresenteerd in de kleine ruimtes maakten alles goed. Rustig de tijd kunnen nemen voor zijn werk is van het grootste belang. Toen ook nog Fiona Tan’s St Sebastiaan me lange tijd geïntigreerd hield dacht ik dat mijn dag niet meer stuk kon.

Toch nog even naar het Textielmuseum. En daar werd ik verblind door de stoffen van de Japanse, poëtische ontwerper Akira Minagawa. Zijn schetsen en ontwerpen zijn geïnspireerd door scandinavische beeldtaal. Of het nou de japanse invloed, of de scandinavische beeldtaal is , ik weet het niet. Maar de verfijning van zijn stoffen, de beeldende eenvoud raakten me enorm. Nooit gedacht dat textiel me zo kan raken.

0026

0029

0023

en toen zag ik…

ogen4

Carice van Houten bij Zomergasten zitten in een prachtig outfitje, heel mooi retro met kantjes en haar haar was een beetje na-oorlogs en haar gezichtje was zo mooi en haar interviewster had ook al van dat naar achteren geslagen haar met een toevallige lok die steeds naar voren viel. Nét had ik het begin voor een groot portret opgezet en was meteen op de ogen aangevallen, grote ogen die een hele ruimte moeten ‘nemen’ zonder dat ze grijpen. Echte ogen. Niet een gelijkend portret.

Toen dacht ik: Is het nu toeval ? Dat het haar voor deze vrouw  óók een beetje na oorlogs moet worden en haar bloesje van kant? Of heerst er een algemene heimwee naar een vorm van fijnheid ? Carice van Houten hield een pleidooi voor esthetiek die samenviel met haar eigen woorden en verschijning. Haar belangrijkste opmerking, in mijn ogen, was dat een film als ‘das Leben des Anderen’ er helemaal op gestyled was om alléén maar via de rechterhersenhelft opgenomen te worden. Ik had er graag meer over gehoord.

…wordt vervolgd…

mode

naamloos

Op maandag de Mode Biënnale bezocht, Arnhem.

Bijzonder.  Ik heb vooral het publiek bekeken. Nee, nauwelijks mannen. Fotografen, die waren er wel . –  Plezier gehad met onze vrienden uit het buitenland die het wel leuk vonden, zo’n presentatie van, you name it, Jill Sander, Comme des Garçons, Viktor en Rolf natuurlijk -leuke goede presentatie. Volgens mij was het ‘die Tracy ‘ (jury X factor) waarvan ik steeds maar niet wist wie ze was en waar ik haar van zou moeten kennen, maar ze was zo opgewekt zeker van zichzelf, die door V&R tot Nederlands Icoon werd verheven en dat vind ik een goede keuze.

Maar het blijft toch mode, -iets om het lijf hebben- en ik raak  geïrriteerd door pretentieuze concepten die om de presentaties heen hangen. Ja, mode is image. ja, mode toont de tijdsgeest, ja, mode grijpt terug op oud en kijkt vooruit op nieuw -vooral weer veel zelf maken zou ik zeggen-.

Het riekt naar iets anders dan wat het is, en ik,  zoeker naar wat zich onder zichtbare lagen  toont,

ik verveelde me.

Oude vrienden

holbein_ladysquirrelstarling_large

Holbein, porträt einer dame mit Eichhörnchen und Star

In mijn atelier liggen Holbein, Van Eyck en Giotto gemoedelijk naast elkaar. Ik had het nooit van mezelf verwacht, die interesse voor de late middeleeuwen -Van Eyck en Giotto- maar het begint een hartstochtelijke affaire te worden. De manier van kijken door deze meesters bevat een kinderlijk genieten van de mogelijkheden van het schilderen zelf. Perspectief in de ontdekkingsfase gemengd met serieus magisch denken fascineert me.

Vorig jaar stond ik in Berlijn tegenover een werk van Holbein -die is van wat later, de renaessance waar ze de wetten van het perpectief al onder de knie hadden en de kleurwaarden gingen onderzoeken- wat zo gruwelijk mooi was dat ik een tijdje vergat te ademen. Ik vind het boeiend te zien hoe de schilder in het werk te zien is , en bij Holbein zag ik vooral zijn ogen, een heel heldere blik die ragfijn ontleedt wat hij waarneemt, bijna objectief en toch weer zo liefdevol weergegeven. Puistjes en oneffenheden van trotse mannen en vrouwen.

Bij Holbein denk ik steeds: de mensen waren best leuk in die tijd..

Er zal prachtig uitzicht zijn

boomhutje

Mijn weblog is gehackt geweest. Heel erg gehackt, vertelde Hilda me. Daarom zijn alle comments’ off. Daarom zijn er rare tekens achtergebleven in de teksten. Ik ga ze ooit verbeteren, maar niet vandaag. Eigen werk eerst.

De doornenstruik is het atelier uitgesleept. Het werd een onbereikbaar ideaal, dit schilderij. Aan de andere kant van de stroom.  Want wat is het toch: de juiste insteek voor een werk?  Er hoort lucht in te zitten, en een beweging die vasthoudt en tegelijkertijd loslaat.  Zit ik vast: dan direct mijn werk ook en ik sta voor een onverbiddelijke spiegel. Niet leuk hoor. Nu staat er een werk in de hoek van mijn atelier met een mooie witte laag over de voorstelling. O.K., sta daar maar een beetje, denk ik  wraakzuchtig.

Om dan maar iets constructief te doen: de eerste geweldig mooie dag een lange wandeling met als eindpunt Kasteel Nijenhuis. Er heerste een zeer gemoedelijke stemming: suppoosten liepen met emmertjes sop rond om de beelden  wat op te fleuren en we waren niet te beroerd om een handje toe te steken.

Toen zag ik dit boomhutje. En ik werd helemaal verliefd. geen idee wie het gemaakt heeft, ik heb alleen nog maar naar boven gekeken. Een hutje met zelfs haakjes om de ramen te sluiten maar waar geen groot mens in zou kunnen en vermoedleijk ook geen kind. Maar er is een ladder. Er is een weg. Mooier nog zijn de zweedse kleuren van het hutje.

Er komen snel bladeren aan de bomen, dacht ik, er zal prachtig uitzicht zijn.

En dan nog Zwolle

369786_138764_jpeg_220854a.jpeg
Jasper Krabbé, zoon van en al een paar jaar een door mij met interesse gevolgd kunstenaar. Hij hangt nu dichtbij, in vol ornaat en ik geloof dat ik heel gelukkig ga worden met Museum de Fundatie, want in een jaar waren al Beuys, Paul Citroen en nu de zoon van te zien.
Iemand vroeg me waar om ik nu toch zo gefascineerd ben door Krabbé. Het is, bedacht ik me, een taal die ik niet spreek. Maar zijn werk nodigt me uit in zijn hoofd en er zijn werken bij die op onharmonieuze wijze stilte en vrede laten zien en die werken zijn zooooo prachtig…Een steekje van jaloezie hier en daar. Gezonde jaloezie. Stimulerende bewondering voor deze man die cubaanse sigarengeurkleuren gebruikt in zijn werk. Die op alles tekent en met alles en die esthetisch kijken niet verafschuwt. Dat doet me goed.

het doet me hééél goed.

Scroll to top