Ellen Altfest

De Biënnale in Venetië verraste me dit jaar. Verraste me, maakte me blij en inspireerde me.

Het werk van Ellen Altfest hing middenin het Grote Landenpaviljoen in de Giardini dat dient als de inhoudelijke entrée voor de Biënnale . Voorbij Jung, Steiner en andere zoekende geesten werden werken getoond die het midden houden tussen professionele kunst en het amateurveld. Het liet werken zien die voor de maker van het allergrootste belang waren. Intrigerend, intiem, wonderlijk, prachtig.

Alle uithoeken van de makende mens, zijn drijfveren en haar raadselen werden onthuld.

En namen me mee in onbekende werelden.

Van mijn sokken geblazen door het werk van Ellen Altfest. Kunstenaar in New York City. vrouw. Maakte vanaf 2008 een serie werken onder de naam the Penis. Laat ontroerend mooi, kristalhelder werk zien van mannelijke huid. Olieverfschilderijtjes, opgebouwd uit duizend lagen. Fijner dan de Vlaamsen het konden.

Om bij te huilen zo mooi.

 

Gent, Berlinde de Bruyckere en Philippe van Cauteren

Dit koude weekeinde zijn we afgereisd naar België. In Gent vond een gesprek plaats tussen Berlinde de Bruyckere en Phillipe van Cauteren (artistiek directeur SMAK). (Dit vooruitlopend op haar inzending voor de Biënnale in Venetië, aankomende zomer.) 225 Mensen met allen hun jassen aan tegen de kou. Wij op de derde rij, vijftallig. Het gesprek werd georganiseerd door virienden van het SMAK. Wij waren geen vrienden en mochten daarom ook niet mee borrelen na afloop, maar what the hell, het gesprek overtrof verwachtingen van welke aard dan ook.

In Venetië is de Bruyckere een Sint Sebastiaan (de pestheilige van Venetië, dus er bestaan er nogal wat) gaan opzoeken. De naam van de maker is me ontschoten en ik ga ‘m opzoeken en beloof ermee te komen, maar ik hol eerst even door:)

Dit werk wordt haar uitgangspunt voor de Biënnale. Als inspirator en soulmate heeft zij Coetzee gevraagd haar ‘curator’ te worden. Zij schrijft hem, hij schrijft haar. Er gaan geen afbeeldingen over en weer, alleen tekst. Door die tekst te formuleren wordt zij steeds scherper in haar eigen beweegreden en wordt zij geïnspireerd door een van de grootste literatoren van deze tijd. Alles in deze vrouw ademt oprechtheid uit. Bijna egoloos vertelde zij over haar zoektocht naar beelden en uitdrukkingen. Vertelt zij wat inspiratie voor haar inhoudt: het totaal absorberen van een idee, van woorden. Het stadium waarin een plan zich ontvouwt omdat je door iets geraakt bent, het rondlopen en gevuld zijn. Je kan het aan haar zien. Ze zat er alsof ze na het gesprek hup weer naar huis zou gaan om meteen een overal aan te trekken en verder te gaan. Nauwelijks tijd om vrienden te zien, naar openingen te gaan. ‘Dank voor jullie komst’ en het is haar gegund.

Ik was gefascineerd, ben gefascineerd door haar zoektocht naar huid en pijn. Begon ze haar loopbaan met installaties rondom‘shelter’, nu gaat zij totaal het lichaam binnen en voel je vooral deernis bij het zien van haar beelden. Raken, geraakt worden, afschuw en schoonheid bij elkaar. Het is overduidelijk een missie voor de Bruyckere om deze twee elementen met elkaar te verbinden.

 

Werken met literatuur, werken met dansers, werk laten zien voor slechts een weekeinde, samen met dansers. Haar werk in Istanboel, in een Hamam, haar werk in Londen,  tegenover het werk van Giordano -die naam weet ik dan wel weer-. Ik heb grote bewondering over wat zij neerzet en de eenvoud van haar zoektocht. Zover ik een patroon heb kunnen waarnemen gaat het als volgt: Zij wordt geïnspireerd door een werk, een foto. Dit gaat op fascinatie en de werking van een beeld op haar gevoel. Dan zoekt zij het hogere in de afbeelding: zij noemde het in het geval an de St Sebastiaan het feit dat de pijl maar een bijzaak leek te zijn: ‘hij staat boven die pijn’. Vanuit dit hogere duikt ze weer diep naar beneden om alles wat schuurt en schaaft te verbeelden.De afbeeldingen hierboven laten eerst een foto zien uit een archief in Istanboel: een foto van een arts die tumoren verwijderde, en daarna de patiënt wil fotograferen als ‘case’. Deze ‘case’ werkt op de Bruyckere als een Madonna van Smarten. Het resultaat is de afbeelding eronder: de buik van de Madonna. Associaties te over.

En dat dit hard, wreed, ongemakkelijk werk zou zijn is aan de kijker. Wat haar verbaasd is dat zij nooit mensen over het acht uur journaal hoort zeggen: Wat die journalisten ons laten zien is te onverdragelijk, terwijl in haar ogen dat toch zeker wel het geval is: alle geweld die daar over ons heen rolt is evenzo gruwelijk.

Ja. Maar er zijn maar echt weinig mensen bereid om die pijn ook helemaal in zich op te nemen.

Hulde.

 

Anna II

Nadat gisteren de uitnodiging voor de expositie bij van Strien de deur uit is gegaan, heb ik al veel informatie gekregen over het leven van Anna. Veel per ommekerende post, en dat gaat snel met email! Vandaag ontving Hilary Mantel voor de tweede keer de ‘Man Booker Prize, ditmaal voor haar boek ‘Bring up the body’s’. Deel twee van een geplande trilogie rond Hendrik XIII. Noem het toeval. In deel twee wordt over Anna verteld.

Ik ontving een scan van een pagina uit een boek van 1887 waarin een versie van Hendriks’ opmerkingen over haar voorkomen  (een dikke Vlaamse Merrie) en haar vreemde voorkomen (oud-modische kledij) al genoemd worden. En ook Cromwell, de oppermachtige minister aan het hof van Hendrik XIII en de vertellende personage in de Mantels’ trilogie wordt in dit stuk beschreven als aanstichter van het huwelijk tussen hendrik en Anna. Maar wie was zij dan??? Zoon Arne radde me de Tudors aan “leuke serie hoor’. Kortom. Anna blijkt hot en ik heb noch Mantel gelezen, noch de Tudors gezien. Ik heb in Berlijn een aantal Holbeins gezien en mijn pet afgenomen voor zijn werk.

Ondertussen werk ik door aan nog een Anna portret. Het moest gebeuren, ik wil zo graag schilderend weten wie zij is, dat ik er dichter op moest zitten. Al die parels als eieren om dat hoofd. Maar ook die ogen ie een beetje koel en onaangedaan de schilder aankijken, en -zwoeg zwoeg- een mond die klein is, kinderlijk bijna en die  maar niet wil lukken. Morgenvroeg -het is nu bedtijd- ga ik verder met de mond en de schaduwen in het gezicht.

Over Anna: Ik denk zelf dat ze niet alleen verstandig was. Ik denk dat ze in tegendeel tot het gehele Engelse Hof destijds zelfs wijs te noemen is.

Soms zou ik willen dat je per week het aantal intekendagen kon variëren. Dan nam ik er nog 9 bij voor deze week.

Wordt vervolgd.

anna-von-kleve

manifesta 9: look for the unusual, motivate people, listen, learn and react, keep things simple

315431_474985595847334_844063636_n

Ze worden vergeleken met elkaar: De Documenta en de Manifesta 9.

Eerst dan de Manifesta 9. Een prachtig mooie locatie: de mijnen bij Genk. Oud, en toch stevig. Groot, en ook overzichtelijk. We hadden alle tijd en hebben die ook genomen. Normaal heb ik niet zoveel met de ‘mijnstreek’. Er was ooit een beleidsmedewerker van de provincie Limburg die me steeds als ik haar sprak -een keer per jaar-  begon te vertellen wat het belang en het probleem van de mijnstreek was. Nu pas heb ik het echt kunnen zien, voelen en begrepen. De mijnstreek is zoiets als de Tour de France: heroïsch en prachtig en spannend tegelijk.

Al deze kanten worden belicht in de op heel intelligente wijze samengestelde tentoonstelling. Heerlijke dag gehad. Nu nog de Documenta.

338715_474980545847839_655169516_o

177778_474981885847705_1539581857_o


Marina Abramovic

http://www.uitzendinggemist.nl/afleveringen/1267271

http://marinaabramovicmademecry.tumblr.com/page/3

tumblr_l30aqpqgbn1qbg3h6o1_500

tumblr_l3jzmwworr1qbg3h6o1_r1_500

Kan Marina Abramovic nog verder gaan dan wat ze deed in 2010 in het Moma? In de documentaire ’the artist is present’ is te zien  hoe zij zich totaal overleverde aan het publiek, drie maanden lang, en daardoor het publiek aan haar. Bij het zien van de uitzending, ’s avonds heel laat, knikkebollend maar doorzettend, want heel belangrijk, dacht ik:  Het publiek spiegelt zich. Maar er is ook te zien  hoe graag het publiek gespiegeld wil worden!

Abramovic doet dit waardig. Zij biedt zichzelf aan binnen de context van de expositie. Zonder er een eigen ding van te maken. Abramovic ‘doet iets’ bijzonders.

Ik heb settings mee gemaakt waar  het elkaar aankijken me het moment zelf deed beseffen. Er ontstaat ‘iets’ tijdens het kijken. Martin Büber stelt niet voor niets dat pas tussen mensen onderling iets nieuws kan ontstaan. Noem het bewustzijn. Noem het besef.  Abramovic biedt haar blik aan. En realiseert zich dat zij haar publiek nodig heeft. Zonder zelf verheerlijking, biedt zij  binnen zorgvuldig bewaakte  grenzen haar ‘presentie’  aan het publiek: van 11 tot 17 uur was zij totaal aanwezig voor degene die tegenover haar zat.

‘Artist have to be warriers’, zegt zij zeer stellig. En ik denk na over het ‘have to’.

De site ‘Abramovic made me cry ‘ laat portretten zien van mensen die tegenover Abramovic gezeten hebben en door zich open te stellen hun eigen pijn tegen kwamen. In de documentaire is te zien hoe steeds meer mensen op de stoel bij Abramovic wilden zitten. Dat mensen lang in de rij wilden staan, zelfs buiten wilden overnachten om stil tegen over Abramovic te zitten. Dat stil zitten, aankijken, een hele diepe sensatie is , beleefd in het MOMA -toch ook een soort kathedraal- zo’n sterke aantrekkingskracht bezit vind ik geweldig. Het lijkt een vorm van doorleefde absolutie.

De foto’s fascineren me mateloos.

de ziel kan ook van verf zijn

Vandaag dacht ik : ‘Ik moet maar weer eens gaan schrijven op mijn blog’. Het is druk geweest, het afgelopen jaar. En schilderen is toch, uiteindelijk, voor een buitenstaander pas interessant als er werk aan de muur hangt. Het proces van de maker is er een van een alchemist. In stilte, vaak, en juist in afzondering. Toen ik dit blog begon was de motivatie vooral om een archief bij te houden: Wat deed ik wanneer, waar was ik mee bezig? En vooral: bij welke kunstenaarsfamilie hoor ik eigenlijk? Er ontstond een intensief onderzoek naar smaak, voor mezelf,  naar verf, voor mijn werk, en naar verwoorden, voor de impuls van het werken. Vaak geholpen door de radio, mijn favoriete medium.

Inmiddels heeft de tijd me ingehaald. Facebook is het medium met de plaatjes en de praatjes. En binnenkort zal alles wel met i phone gebeuren. Het maakt me niet zoveel uit. Zelf weet ik dat ik het meest geniet van een ‘echte’tentoonstelling’, een zelf bijgewoonde presentatie. Dat slow food samenhangt met slow kijken. Dat creativiteit een bron is die kwetsbaar is en zorg nodig heeft. Ik heb tien vette jaren achter de rug. Ik heb kunnen doen wat ik het liefst wilde en nog wil : me ontwikkelen binnen mijn werk. Om mij heen zie ik de paniek toeslaan in het land van kunst en cultuur. Het geld verdwijnt; men meent te moeten gaan jagen. Om de subsidiepotten wordt gevochten. Van de creatieve sector wordt gevraagd snel, innovatief, vernieuwend en steeds fris te zijn. Er wordt hard gewerkt, enorm hard. Voor vernieuwing is ook rust nodig.

Binnen in deze culturele storm heb ik een groot cadeau ontvangen in woorden. Marjoleine de Vos zei over mijn werk  bij de opening in Emmen :  ‘de ziel kan ook van verf zijn’. Een klein stukje van haar essay is opgenomen in het literaire tijdschrift Liter , met 7 van mijn laatste werken, en verschijnt volgende week. Ik ben er trots op. Gepubliceerd worden tussen namen als Willem Jan Otten (over Ida Gerhardt), René van Loenen, Ellen Deckwitz en Kader Abdolah is alsof ik naar een bal mag.

Mijn verwanten hebben me opgezocht, zo lijkt het.

www.leesliter.nl

?literomslag61

voortgang

mm-in-het-huis-van-simon

Hoewel langzaam -door veel noodzakelijke onderbrekingen- vordert mijn Maria Magdalena. Meer kleur op de wangen, meer schaduwen en meer intensiteit. Ik heb mezlef deze week nog cadeau gedaan, dan buigt zij om de voeten te olien. En leuk vind ik dat het steeds zichtbaarder wordt dat wij erg van boven op haar neerkijken. En in dit neerkijken houdt zij haar hoofd gebogen en tegelijkertijd trots overeind. De houding van haar hand vind ik prachtig! Vandaag nog een dagje gloed maken….

Maaike Meijer en Maria Magdalena ;-)

bouts

Wat ben ik blij met deze zachte winter. Het atelier is, hoewel soms donker, steeds lekker van temperatuur. En ik blijf nu bezig met de werken voor de expositie die in mei gaat komen. Eigenlijk zou ik ieder werk 20 keer onder handen moeten nemen. Opnieuw en opnieuw en opnieuw. Vandaag las ik in NRC Next een artikel geschreven door Marjolein Februari met de titel ‘Vooral veel fouten maken’. Nou , ik doe mijn best. En ik zie dat ze dat een dikke 600 jaar geleden ook al deden.

mm-in-aan-bouw

mijn versie van Maria Magdalena, in aanbouw. 1.00 x 1.80 m.

Maria Magdalena wast de voeten van Christus in het huis van Simon, geschilderd door Dieric Bouts, te zien in de Gemäldegalerie in Berlijn. 1450-1460. Het was lastig een goede reproductie van het werk te bemachtigen. Na een dagje winkelen in Utrecht heb ik dus een mooi boek vol met het werk van Bouts. En hoewel ik zijn maniëristische stijl -langgerekte lichamen, smalle hoofden, buigende halzen en lange vingers- niet echt mooi vind (ik ben meer van kort en gedrongen) ben ik wel erg onder de indruk van de enorme helderheid van zijn werken. Na een eerste opzet, direct en precies vertaald met dezelfde formaten en proporties, kon ik er maar niet warm van worden. Het doek ‘pakte’ niet. De beslissing te herzien en nog meer vergrootglas op het werk te zetten vond ik lastig. De laatste weken, met dit project, loop ik regelmatig als een wiskundige om de doeken heen met de grote vraag: Hoe-Ga-Ik-Dit-Aanpakken ? Het blijft een oefening, een onderzoek naar de emoties in de werken van mijn Vlaamse Vrienden.

Uit de losse hand heb ik  de figuur weer opgezet. Nu heb ik mezelf de vrijheid te geven het gezicht en lichaam zo neer te zetten dat haar houding mij iets vertelt. Een vrije interpretatie met begrenzingen. In het werk van Bouts meen ik te zien dat zij ook huilt, haar mond is vertrokken in een grimas en ik ben het daar gewoon niet met hem eens. Zij is toegewijd aan wat zij doet. Niet smartelijk. Denk ik. En denk hier dan over na.

Die tegelvloer is eigenlijk waarom ik zo op dit werk gevallen ben. Het is een fantastische vloer: steen, maar warm, met schaduwen en oneffenheden. Maar vooral is het patroon er een van oneindigheid. Ik kan me er helemaal in verliezen. Als kind -wij hadden tegels op de wc en in de gang- waren de tegels een bron van constante observaties. Onze stenen waren gevlamd, en ik zag er dieren en bossen in. Door het ritme van de tegels en de herhaling werd het kijken spannender. Ook nu, vandaag, is het heerlijk te experimenteren met kleuren en is het vertederend te zien dat het gebruikte perspectief  een veel te grote ruimte suggereert. In ieder werk speelt het gegeven dat men ‘het door begon te krijgen’ maar nog niet helemaal wist hoe een echt perfecte ruimte te maken. Het rammelt en zit dan ook weer helemaal goed in elkaar. Ik vind dit veel leuker dan een beamer op een doek zetten en de lijnen natrekken. Ook ik zit met een schoollineaaltje en doe maar iets. Tellen, patroon terugvinden, een beet de Chiricoachtige toestanden, daar onder die tafel.

de Chirico

Terwijl ik  de tegelvloer aan het zetten was luisterde ik naar het marathoninterview met Maaike Meijer, hoogleraar genderstudies en de biografe van Vasalis. http://www.vpro.nl/programma/marathoninterview/afleveringen/44244502/ Wat een inspirerende vrouw is dat! En aangenaam gezelschap voor een dagje werken. Een wetenschapper op neutrale wijze het woord ziel in de mond te horen nemen, over intuïtie te horen spreken en steeds oorspronkelijk te horen antwoorden maakt dat ik al luisterend, de ruimte van de verbeelding zowat kon horen waaien in mijn atelier *en dat ik er echt zin in had. Mogelijkheden te over. ‘Je moet niet bang zijn, je moet vrij zijn’, was een van haar uitspraken tegen een vriend.

Ik neem die ook ter harte en bedank haar bij deze.

* Ik laat deze zin staan. Hij is precies goed; ruimte van verbeelding horen waaien. Die houden we erin.

monteren, checken, fotograferen….

lage-resolutie

Terwijl ik gisteren bezig was met het monteren van de werken luisterde ik naar een ouder Kunststofinterview met Theo Mackaaij-de maker van het gouden kalf-. Het gesprek ging over zijn kunstenaarschap. Altijd interessant. Zwoegend met panelen die met houtklemmen aan elkaar gezet moesten, en schroeven die net lang en dik genoeg moesten zijn hoorde ik de collega zeggen dat hij het kunstenaarschap niet makkelijk vond. ‘Je moet goed weten wat je doet, want niemand anders vertelt je wat te doen’ ‘Veel commentaar van collega’s krijg je niet want die willen zelf excellereren’ ‘gedoe met geld’ ‘de ervaring dat je al in het vooruit werken toezegt waardoor je jezelf steeds achterna loopt’ en dat was het dan. Niet de gebruikelijke geïnspireerde jubel. En ik geef het toe, het deed me zo goed om een ander vrij neutraal te horen zeggen wat je zo in je eentje tegenkomt in het beroep. Deze missie. Die je eigenlijk alleen maar kan doen als je een beetje gestoord bent.

Ik zat op mijn hurken te werken aan de Madonna, een werk dat ik 2 maanden onder handen heb gehad. Een werk waarin ik geprobeerd heb om de leerling van Rogier van der Weijden weer te benaderen. Een werk waarbij ik me regelmatig afvroeg: waarom doe ik dit?

En nu ze af is weet ik het wel. Ik heb het gedaan omdat ik de behoefte heb aan iets dat mild en sterk tegelijkertijd is. Iets dat de tijd kan doorstaan. En ik heb het gedaan omdat ik technisch beter wil worden.

‘Maak wat je kan, dan maak je later wat je wilt’ stond er boven de ingang van de afdeling drie dimensionaal van Minerva.

10 december zal ik in Zevenaar vertellen over de laatste werken. www.galerie-meander.nl

Scroll to top